Partijen in de verzekeringssector worstelen met de naleving van de Sanctiewet en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. In dit artikel beschrijven we de kansen en uitdagingen die komen kijken bij de naleving van Financial Economic Crime-wetgeving in de verzekeringssector.
Contributor
Harry has 22 years of experience in the financial services industry, mainly in insurance. Harry headed several post merger integrations programs and other transformations at insurers.
Partijen in de verzekeringssector worstelen met de naleving van de Sanctiewet en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Het is cruciaal dat alle betrokkenen in de keten van verzekeraars en intermediairs hun verantwoordelijkheid nemen en hun rol als poortwachter invulling geven. Klanten in de intermediaire keten hebben te maken met zowel de intermediair als de verzekeraar, wat spanningen kan veroorzaken door de belastende screenings in het kader van Wwft en Sanctiewet. In het rapport 'Integriteitstoezicht in beeld 2024-2025' constateerde DNB in april 2024 dat het basisniveau voor de beheersing van witwasrisico's bij levensverzekeraars onvoldoende wordt behaald. Bovendien werden ernstige risico’s vastgesteld in de naleving van de Sanctiewet bij zowel levens- als schadeverzekeraars. Vanwege de toegenomen aandacht voor de bestrijding van witwassen, terrorisme(financiering) en het naleven van sanctieregelgeving, is het essentieel dat levensverzekeraars prioriteit geven aan Financial Economic Crime (FEC). Het niet adequaat uitvoeren van screenings kan aanzienlijke reputatieschade veroorzaken.
Verzekeringen, Sanctiewet en Wwft – hoe zit het?
Partijen in de verzekeringssector hebben als financiële instelling brede integriteitsverplichtingen. Alle verzekeraars moeten de Sanctiewet naleven, wat betekent dat het verboden is om financiële middelen beschikbaar te stellen aan personen of entiteiten op de sanctielijst. Het kan echter moeilijk zijn om de natuurlijke personen achter een onderneming of stichting (de Ultimate Beneficiary Owner, of UBO) te identificeren.
Naast de Sanctiewet, die voor alle verzekeraars van toepassing is, dienen levensverzekeraars zich te houden aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme (Wwft). Levensverzekeringsproducten kunnen een risico vormen voor witwassen, bijvoorbeeld bij polissen met waarde-opbouw waarin achtereenvolgens grote bedragen worden gestort, gevolgd door een verzoek tot beëindiging met een afkoopsom. In zo’n geval moet een levensverzekeraar volgens DNB de afkoop weigeren en de verdachte situatie melden aan de FIU.
Kenmerkend aan de Wwft en de controle hierop door toezichthoudende instanties is de risicogebaseerde aanpak. Hoewel het risicoprofiel van Nederlandse verzekeraars rondom witwassen over het algemeen als laag wordt beschouwd, worden de partijen niet ontslagen van hun verplichting tot klantonderzoek. De Wwft biedt echter wel ruimte voor vermindering van intensiteit van de maatregelen.
Uitdagingen
Hoewel het op papier eenvoudig lijkt om aan deze verplichtingen te voldoen, is de praktijk complex. De bevindingen van DNB over gebrekkige naleving wijzen op een toenemende focus van de toezichthouder op de verzekeringssector. Waarom slagen partijen in deze sector er niet in om de naleving onder controle te krijgen?
Een belangrijk vraagstuk betreft de verantwoordelijkheden in de keten. Is de verzekeraar, waar bijvoorbeeld een levensverzekering wordt afgesloten, verantwoordelijk voor het rechtstreeks benaderen van de klant? Of is dat een rol voor de intermediair, die de klant daadwerkelijk spreekt en adviseert? Vaak wordt afgesproken of verwacht dat de intermediair de identificatie en verificatie van de klant uitvoert. Achteraf blijkt soms dat deze controle van onvoldoende kwaliteit is geweest of dat de verzekeraar niet in staat blijkt het audittrail te reproduceren. Hoewel de identificatie en verificatie uitbesteed mogen worden, moeten verzekeraars door middel van uitbestedingsafspraken en controles voldoende grip houden op de kwaliteit hiervan. Daarnaast moet de verzamelde informatie ontvangen en bewaard worden.
Een tweede uitdaging ligt in de kwaliteit van processen en systemen. Waar banken jaren eerder grootschalig hebben geïnvesteerd in afdelingen gericht op klantonderzoek en FEC, hebben verzekeraars dit in mindere mate gedaan. Het is cruciaal dat screeningsprocessen voor Politically Exposed Persons (PEP) op orde zijn en dat de klantdata op peil is. In de praktijk zijn er veel voorbeelden waar er op dit punt gebreken zijn.
In de afgelopen jaren is er in de verzekeringssector beperkt geïnvesteerd in een gedegen aanpak. Hierdoor ontbreekt vaak de expertise op dit gebied en is deze versnipperd over de organisatie. Veel werkzaamheden worden uitgevoerd als project of herstelactie, zonder borging in de reguliere processen. Dit vergroot het risico dat het kwaliteitsniveau snel weer onvoldoende wordt. Het risicobewustzijn binnen de sector is vaak laag, terwijl de toezichthouder voorschrijft dat ook bij producten en transacties met een laag risico actie vereist is. In sommige gevallen ontstaat hier een pendulum-effect: een verzekeraar besteedt weinig tot geen aandacht aan naleving en wordt vervolgens op de vingers getikt door de toezichthouder. In de reactie slaat de verzekeraar door naar de andere kant met een serie maatregelen die niet nodig zijn voor het betreffende risiconiveau.
Hoe verder?
De verwachting is dat de aandacht voor naleving van de Sanctiewet en Wwft vanuit de toezichthouder de komende jaren zal toenemen. Daarom is het voor verzekeraars essentieel om snel grip te krijgen op deze onderwerpen. Verzekeraars zouden er goed aan doen de volgende verbeteringen te overwegen om een extra stap binnen FEC te kunnen bewerkstelligen:
1) Focus aanbrengen in de aanpak van FEC: Bundel de expertise op één plaats binnen de organisatie. Zowel intermediairs als verzekeraars moeten structureel aandacht besteden aan dit onderwerp. Het is belangrijk om kennis en kunde te borgen.
2) Afgewogen procesinrichting: Zorg voor een procesinrichting die recht doet aan het risicoprofiel van het product en/of de klant. Met een risicogebaseerde inrichting van beleid en proces kan de juiste maatregel voor de juiste situatie worden genomen.
3) Werk met intermediairs naar een duidelijk klantproces: De relatie tussen klant en intermediair ontslaat de verzekeraar niet van zijn FEC-verantwoordelijkheid. Zoek de samenwerking op en zorg voor duidelijke afspraken rondom klantonderzoek. Richt daarnaast de kwaliteit en beschikbaarheid van klantdata goed in. Door deze aan te sluiten op externe bronnen en periodiek te laten updaten wordt de effectiviteit van screeningprocessen verhoogd.
Neem vrijblijvend contact op met een van onze experts op het gebied van Financial Economic Crime en de verzekeringssector over hoe onze FEC-expertise kan worden ingezet om te helpen bij deze uitdagingen.